p. 14
De vijfde fictie is dat voedsel een handelsproduct is. De werkelijkheid is dat hoe meer voedsel tot een artikel wordt omgevormd, hoe verder het buiten het bereik van de armen raakt – met honger als gevolg – en hoe meer de kwaliteit achteruitgaat – wat tot ziektes leidt.
We kunnen niet langer van een voedselsysteem spreken; waar we het hier over hebben is antivoeding. Voedsel raakt in conflict met zichzelf zodra het met geweld uit de voedselketen en de lokale economieën wordt gerukt, om vervolgens met winst verhandeld en als afval gedumpt te worden. Het resultaat is een ecologische ramp, armoede en honger. De toekomst van voedsel hangt samen met ons bewustzijn dat het levensweb een voedselweb is. Dit boek is gewijd aan het levend houden van dit inzicht, want als we de ecologie van voedsel uit het oog verliezen, hebben we een recept in handen voor hongersnood en uitsterven.
p. 31
De duurzaamheid van de natuurlijke economie en de menseneconomie berust op de Wet van wederkerigheid; op teruggeven aan de zaden, de bodem en de samenleving. De Wet van wederkerigheid van het zaad houdt de kringloop van zaden in stand. Daartoe behoort ook dat zaden weer tot zaad kunnen terugkeren terwijl ze tevens in onze voedselbehoefte voorzien, en dat zaden die in samenspel tussen de natuur en landbouwers ontwikkeld zijn, vrijelijk van boer aan boer worden doorgegeven in een proces dat we de vrijheid van het zaad noemen. De Wet van wederkerigheid van de bodem heeft betrekking op het teruggeven van organisch materiaal aan de bodem, het herstellen van de vruchtbaarheid en het in stand houden van een gezonde bodem. De Wet van de wederkerigheid van de samenleving behelst het teruggeven van een eerlijke beloning aan de landbouwers voor het voorzien in onze voedselbehoefte, zodat ze in waardigheid en vrijheid kunnen leven. Daartoe behoren ook samenwerking en mutualiteit, en het sluiten van de kringloop tussen productie en consumptie. En bovenal draait het om de wederkerigheid tussen de generaties, waarbij elke generatie zich bewust is van de geschenken die we van onze voorouders hebben ontvangen en van de nalatenschap van zaden, gezonde grond, kennis en cultuur die we aan de komende generaties achterlaten.
In een duurzaam systeem zijn deze drie economieën als een stabiele piramide opeen gestapeld. De economie van de natuur vormt in al haar overvloedigheid het brede grondvlak van de piramide. De economie van de natuur schraagt de menseneconomie, die bijdraagt aan het recyclen en vernieuwen van de grondstoffen die ze gebruikt. En de top van de piramide wordt gevormd door de markteconomie, die steunt op de economie van de natuur en de mens, en die bestaat uit de wisselwerkingen tussen uiteenlopende gemeenschappen om middelen, kennis en ideeën te delen.
Maar onder het reductionistische, mechanistische paradigma van kennis en winst is het hele idee van duurzaamheid gemuteerd geraakt. Het is inmiddels wel duidelijk dat het begrip ‘duurzaamheid’ twee verschillende betekenissen heeft. De ware betekenis verwijst naar de duurzaamheid van mens en natuur, onder de aanname dat de natuur ons leven mogelijk maakt en de belangrijkste bron is voor ons levensonderhoud. Het in stand houden van de natuur impliceert daarbij het handhaven van de heelheid van de natuurlijke processen, kringlopen en ritmes.
Wie de wereld nu echt voedt, 2016.